Fasen van het project

Fase 1: Analyse en verkenning

Deze fase bestaat uit drie onderdelen die samen een breed en onderbouwd inzicht bieden in de noden en context van het werkveld.

• Kwalitatief onderzoek bij VC en VS: Via semi-gestructureerde interviews en focusgroepen met verpleegkundig consulenten (VC) en verpleegkundig specialisten (VS) uit Vlaamse ziekenhuizen worden ervaringen, noden en verwachtingen rond rolontwikkeling en samenwerking in kaart gebracht.

• Kwalitatief onderzoek bij leidinggevenden: Individuele interviews met leidinggevenden brengen hun perspectieven in beeld op het begeleiden, ondersteunen en aansturen van VC en VS binnen hun organisatiecontext.

• Systematische literatuurstudie: Een systematische review van internationale literatuur onderzoekt bestaande mentorprogramma’s voor VC en VS. Daarbij worden de doelstellingen, kenmerken en onderliggende principes van deze programma’s in kaart gebracht, evenals hun effectiviteit.

  
  

Fase 2: Ontwerp en constructie

Een projectteam en stuurgroep ontwikkelen het mentorprogramma via een co-designproces, gebaseerd op de resultaten uit fase 1. Het programma combineert workshops, intervisiemomenten, digitale leerpaden en gespreksinstrumenten voor dialoog met leidinggevenden.

Er worden vijf modules uitgewerkt, met focus op:

• Professionele ontwikkeling

• Leiderschap ontwikkelen en opnemen

• Samenwerking met en in het interprofessioneel team

• Formuleren en afstemmen van wederzijdse verwachtingen

• Prioriteiten stellen en grenzen bewaken

  
  

Fase 3: Piloottesting

Het mentorprogramma wordt getest in twee cohorten van VC en VS uit Vlaamse ziekenhuizen. Deze testfase laat toe om het programma bij te sturen op basis van ervaringen uit de praktijk en input van deelnemers.

Fase 4: Evaluatie

De evaluatie verloopt via een mixed methods benadering en omvat zowel een effectevaluatie als een procesevaluatie:

• Effectevaluatie: Op drie tijdstippen (voor, na en zes maanden na afloop) worden vragenlijsten afgenomen bij deelnemende VC en VS, hun leidinggevenden en nauw samenwerkende artsen. Hiermee wordt de impact van het mentorprogramma nagegaan op individueel, team- en organisatieniveau.

• Procesevaluatie: Via interviews wordt nagegaan hoe het programma wordt ervaren door VC, VS, leidinggevenden en artsen. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de bruikbaarheid van de inhoud, de toepasbaarheid in de praktijk en de tevredenheid over de werkvormen.

  
  

Fase 5: Duurzame verankering

De verankering van het mentorprogramma krijgt doorheen het volledige projecttraject structurele aandacht. Opleidingsinstellingen, ziekenhuizen en beroepsorganisaties denken actief mee over de integratie van onderdelen van het programma in bestaande opleidingen en navormingstrajecten. Tegelijk wordt een business case ontwikkeld om inzicht te krijgen in de praktische en financiële haalbaarheid.